Leerlingenzorg

Hoewel onze school zo georganiseerd is dat de kinderen in groepen les krijgen, proberen we ook toe te komen aan de individuele vraag om zorg die leerlingen soms nodig hebben. Dit doen wij o.a. door in elke groep momenten te organiseren waarin de leerlingen ‘zelfstandig werken’. De leerkracht heeft dan zijn handen vrij om aan een individuele leerling of een groepje leerlingen extra instructie te geven of de oefenstof nog eens door te nemen. In de bovenbouwgroepen bouwen we het zelfstandig werken uit door kinderen een dag- en later een weektaak te geven. Naast het feit dat het de leerkracht lukt om met deze organisatievorm zijn tijd adaptiever te gebruiken werken we op deze manier ook aan het vermogen te kunnen plannen en de zelfredzaamheid van leerlingen. Het spreekt voor zich dat dit met kleine stapjes tegelijk gaat.

Leerlingvolgsysteem

Vanaf het begin van de schoolloopbaan van uw kind, houden wij een leerlingvolgsysteem bij. Hierin staan toetsresultaten, observatie- en rapportgegevens van de verschillende schooljaren, gegevens over het gezin, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken en andere relevante gegevens. Inzage in dossiers door ouders is mogelijk na overleg met de directie van de school. Na iedere toetsperiode bespreken de leraren samen met de intern begeleider (IB-er) de resultaten van de leerling. Bij verandering van school worden de leerlinggegevens door ons doorgegeven aan de nieuwe school. Als het kind naar het voortgezet onderwijs gaat, bewaart de school de gegevens conform de wettelijke termijn.

Intern begeleider

De intern begeleider (IB-er) verleent deskundige steun aan de leraren bij specifieke leermoeilijkheden. Op onze school hebben wij een verdeling gemaakt in het IB-werk. Voor de groepen 1 t/m 4 is Wilma Versloot de intern begeleider. Voor de bovenbouw is dat Mieke Rosie.

Hun taken zijn onder andere:

  • Leerkrachten ondersteunen in het vormgeven van onderwijs op maat.
  • Het bewaken van de zorgverbredingsafspraken die op school gemaakt zijn;
  • Het bijhouden van het leerlingvolgsysteem, het toetsprogramma opstellen en mogelijk ook toetsen afnemen;
  • Het ontwikkelen van het schoolgebonden beleid m.b.t. de zorgverbreding;
  • Contacten onderhouden met de Schoolbegeleidingsdienst, de speciale school voor basisonderwijs en andere begeleidende instanties;
  • Hulpmiddelen ‘bij de tijd’ houden;
  • Contacten leggen en onderhouden met ouders van zorgleerlingen;
  • Leerkrachten assisteren met het opstellen van handelingsplannen;
  • Remedial teacher

De remedial teacher (RT-er) verleent specialistische hulp aan een kind, gericht op begeleiding in geval van achterstand of hoogbegaafdheid. Deze hulp wordt buiten de groep gegeven onder schooltijd.

De speciale zorg voor kinderen

Als de ontwikkeling van uw kind anders verloopt dan verwacht, wordt daar extra zorg aan besteed. De groepsleerkracht zal samen met de intern begeleider toetsen afnemen of de leerling observeren. Hierna zal geprobeerd worden hulp op maat te bieden. Dit vindt in eerste instantie in de groep plaats. Of, indien het probleem complex is, bij de remedial teacher. Als de leerkracht voornemens is uw kind aan te melden bij de remedial teacher, dan zal hij u telefonisch van zijn plannen op de hoogte stellen. Zodra uw kind geplaatst kan worden bij de remedial teaching en daadwerkelijk hulp krijgt wordt u op de hoogte gebracht via een brief van de remedial teacher.

Soms is het nodig om het onderwijsleerproces van een leerling aan te passen. Dit gebeurt door bijvoorbeeld extra leermiddelen aan te bieden of uw kind op een ander niveau te laten werken. De hulp van de Schoolbegeleidingsdienst kan worden ingeroepen om een specifiek probleem te onderzoeken. Dit onderzoek en de uitslag ervan bespreken wij met de ouders. Aan onze begaafde kinderen schenken wij aparte aandacht door verdiepende stof aan te bieden. Ook kunnen we indien nodig voor hen middels een digitaal handelingsprotocol samen met ouders in kaart brengen welke aanbod het meest passend is.

De zorg die er aan uw kinderen wordt gegeven, kunt u in eerste instantie bespreken met de groepsleerkracht. Ook de intern begeleiders zijn beschikbaar voor uw vragen.

Weer Samen Naar School

Vanuit de overheid ontvangt de basisschool een aantal regels om te voorkomen dat leerlingen met leerproblemen te gemakkelijk verwezen worden naar een speciale school voor basisonderwijs. Daarom zijn er afspraken gemaakt over de wijze waarop het basisonderwijs wordt toegerust om meer leerlingen met problemen op te kunnen vangen. Dit akkoord wordt ‘Weer Samen Naar school’ (WSNS) genoemd. Een nauwe samenwerking tussen de speciale school voor basisonderwijs en het reguliere basisonderwijs is noodzakelijk om WSNS te realiseren. In onze regio is een samenwerkingsverband ontstaan met ‘De Keerkring’, een school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. In dit samenwerkingsverband participeren basisscholen uit Woerden en scholen uit de regio.

WSNS heeft er toe geleid dat basisscholen meer inspelen op de individuele behoeften van de leerlingen. Met andere woorden: het basisonderwijs past meer zorg op maat toe. Door middel van het eerder genoemde leerlingvolgsysteem zijn wij snel in staat leerlingen, die op bepaalde onderdelen uitvallen, adequaat hulp te bieden. Dit gebeurt met een handelingsplan, waar de groepsleerkracht samen met de leerling aan gaat werken. regelmatig wordt ook de remedial teacher ingeschakeld. In de groepen 1 en 2 volgen wij de leerlingen tevens in hun sociaal-emotionele ontwikkeling en vindt toetsing plaats op het gebied van voorbereidend taal, lezen en rekenen. Als blijkt dat de basisschool niet kan voldoen aan de hulpvraag die een leerling heeft kan de leerling doorverwezen worden naar het speciaal onderwijs.

Er is een drempel ingebouwd bij de overgang van een reguliere basisschool naar een school voor speciaal onderwijs. Voordat kinderen toegelaten worden, vindt er eerst een onderzoek plaats door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Hierin participeren leerkrachten uit het speciaal onderwijs en leerkrachten uit het basisonderwijs. Deze commissie onderzoekt o.m. wat het basisonderwijs eraan heeft gedaan om die leerling, die extra zorg nodig heeft, op de eigen school te kunnen houden. ‘Weer  Samen Naar School’ is dan ook geen vrijblijvende zaak.

Aanmelden bij Speciaal Basis Onderwijs (SBO)

Ouders moeten zelf een kind voor een speciale school voor basisonderwijs aanmelden. Dit gebeurt in goed overleg met de school. Vanzelfsprekend doen zij dat pas wanneer zij vinden dat dit voor hun kind het beste is. Het is dus goed om zorgvuldig na te gaan of de school alles heeft gedaan om een kind individueel te helpen. Wanneer ouders voor hun kind toelating tot een speciale school voor basisonderwijs willen, dienen zij een aanvraag in bij de Commissie Kinderzorg (CKZ) en geven daarin toestemming voor een nader onderzoek. De basisschool heeft daarvoor informatie verzameld in een onderwijskundig rapport. Dit onderwijskundig rapport wordt door de intern begeleider samengesteld. De ouders voegen eigen informatie toe en tekenen voor gezien. De intern begeleider stuurt vervolgens het volledige rapport op naar de CKZ. De ouders ontvangen een afschrift van het onderwijskundig rapport over het kind. De CKZ vraagt daarna de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) een beschikking af te geven, indien een kind geplaatst moet worden op de speciale school voor basisonderwijs. Wanneer ouders het niet eens zijn met de beslissing van de PCL, kunnen zij bezwaar aantekenen bij deze commissie en daarna eventueel nog in beroep gaan bij de rechter. Dat kan door een herzieningsverzoek in te dienen. Ouders moeten dan de gelegenheid krijgen om gehoord te worden en te vertellen waarom zij deze school voor hun kind het beste vinden. Ouders hebben ook het recht om alle rapporten en adviezen in te zien.

Kinderen met een handicap

Ouders/verzorgers van een gehandicapt kind met een indicatie voor speciaal onderwijs kunnen ervoor kiezen hun kind in plaats van naar een speciale school, naar een reguliere basisschool te sturen. Ook onze school laat in principe gehandicapte leerlingen toe. Voor deze kinderen wordt extra geld ter beschikking gesteld, dat in overleg met de ouders besteed moet worden (rugzakregeling: leerlinggebonden financiering).

Het spreekt voor zichzelf dat toelating met de nodige zorgvuldigheid omgeven is. Zo moet duidelijk zijn dat wij als school het kind voldoende hulp en begeleiding kunnen bieden. Dit hangt ook samen met wat de ouders van ons verwachten. De regels die wij bij toelating hanteren zijn vastgelegd in een SPCO-beleidsdocument: ‘Toelating en verwijzing’. Dit stuk kunt u ter inzage opvragen bij de directie.

Op onze school zitten ook enkele kinderen met een verstandelijke handicap (bijvoorbeeld kinderen met het Down-syndroom) of een motorische handicap, waarvoor we extra personele ondersteuning krijgen. De kosten hiervan worden betaald uit dat zogenaamde “rugzakje”. Dit budget wordt toegekend na een toewijzing door de commissie van indicatiestelling. Na toelating op onze school en bij tussentijdse evaluaties wordt voortdurend beoordeeld of de voortgang van het onderwijs, zowel voor de betrokken leerling als voor de andere leerlingen in de groep, voldoende gewaarborgd is.

Zorgkalender en methode-onafhankelijke toetsen

Op een zorgkalender wordt jaarlijks aangegeven wanneer er in de groepen speciale toetsen zijn die ons in staat stellen de ontwikkeling van de leerlingen te volgen en in de gaten te houden. Het zijn landelijke, methode onafhankelijke toetsen. Dit wordt door de hele school heen gedaan, we noemen dit het leerlingvolgsysteem.

Toetsen groep 1 & 2

In groep 1 en 2 volgen we de totale ontwikkeling van het kind. In de groepen 1 & 2 hanteren wij toetsen van het CITO. In groep 1 is er in juni een taaltoets voor jongste kleuters, die naar groep 2 gaan. In groep 2 wordt in januari de toets ordenen afgenomen en is er een meetmoment op het gebied van fonemisch bewustzijn in januari en in juni. Na de toetsafname in groep 1 en 2 wordt er contact met de ouders opgenomen als de resultaten daartoe aanleiding geven.

Toetsen groep 3 t/m 8

Voor de groepen 3 t/m 8 gebruiken we ook toetsen van het CITO die horen bij het leerlingvolgsysteem. Zo zijn er toetsen voor technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, spelling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Iedere groepsleraar houdt een goede registratie bij van de individuele- en groepsoverzichten. In groep 7 doen de leerlingen mee aan de Cito-entreetoets.

Deze toetsen geven de leraar een beeld van de leerstofinhouden die nog extra aandacht vragen. De leerlingen van groep 8 doen mee aan de Cito-eindtoets. Deze toets speelt een belangrijke rol bij de keuze van het voortgezet onderwijs. De visie van de leerkracht zal echter voor de juiste schoolkeuze nog meer gewicht in de schaal leggen. In speciale gevallen kan het voorkomen dat een kind niet meedoet met de Cito-eindtoets.

Rapportage

De school hanteert een modern rapport voor de groepen 1 t/m 8. Op deze manier willen wij u op de hoogte houden van de vorderingen van uw kind(eren). Dit varieert van één tot twee keer per jaar.

Instroomgroepen: Leerlingen die in de loop van het jaar op school komen krijgen een zomerrapport (in juni/juli), mits ze langer dan 3 maanden op school zitten.

Groepen 1/2: De leerlingen van de groepen 1/2 krijgen twee keer een rapport, het winterrapport en het zomerrapport.

Groepen 3 t/m 8: De leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen twee keer een rapport: in februari en aan het einde van het schooljaar.

Naast de rapporten ontwikkelt de Margrietschool momenteel een ouderportaal waardoor naar verwachting vanaf november 2014 relevante gegevens uit het leerlingadministratiesysteem (waaronder toetsresultaten) voor ouders online beschikbaar zijn.

Voor de rapportage met betrekking tot de aanmelding voor het Voortgezet Onderwijs van leerlingen uit groep 8 wordt gebruik gemaakt van een voor alle Woerdense scholen geldend inlichtingenformulier. Wanneer leerlingen van onze school naar een andere basisschool verhuizen wordt een onderwijskundig rapport opgemaakt dat wij naar de ontvangende school sturen. Op verzoek kunnen ouders dit document inzien.

Doorstroom van leerlingen

Binnen het onderwijs op onze school streven we naar een ononderbroken ontwikkelingslijn. Voor kleuters die in het najaar 5 jaar worden geldt een ‘flexibele overgangsgrens’ van groep 1 naar 2. Voor deze kleuters leveren wij ‘zorg op maat’. Dit betekent dat wij per kind bekijken wat het beste is voor zijn ontwikkeling. Wij maken hierbij gebruik van signalerings- en diagnosticeringsinstrumenten waarbij de sociaal-emotionele en verstandelijke ontwikkeling zo onafhankelijk mogelijk in kaart wordt gebracht. Als u vragen heeft m.b.t. uw eigen kind dat/die in de najaarsperiode jarig is, kunt u contact opnemen met Wilma Versloot (intern begeleider van de onderbouw). Een enkele keer komt het voor dat een leerling een groep doubleert of overslaat. Is hier sprake van dan wordt dit tijdig met u besproken.